Artikel uit GVA met vermelding Help Brandwonden Kids vzw.

Gepubliceerd op 23-01-2022

Wat een moedige, knappe kerel. Wij , H.B.K vzw, zijn trots dat we iets positiefs kunnen bij brengen bij de kinderen en ouders.

Otis Guiguilé-Pietsch (10) uit Antwerpen is een mondig kereltje. Zijn papa Laurent moet amper tussenkomen in het gesprek. Otis antwoordt enthousiast en open-minded op al onze vragen. Aarzelingen zijn niet aan hem besteed. Zelfs het moment waarop hij brandwonden in zijn gezicht opliep, vertelt hij alsof hij het zich nog levendig herinnert. Aangezien hij nog een baby was, weet hij dat waarschijnlijk uit tweede hand.
“Ik was zeven maanden oud toen ik naar de kachel kroop, aangetrokken door dat vuur. Mijn mama was even vuilnis gaan buitenzetten en mijn zussen waren bezig met hun huiswerk. Ik zag die vlammetjes door dat venstertje en moest ze knap gevonden hebben.” “Jij zat in een wippertje”, vult Laurent aan. “Op een of andere manier ben je eruit geraakt. Onze Houdini. Met je gezicht en met je hand raakte je de kachel aan.”
Laurent en Sira zagen direct dat hun peuterzoon er erg aan toe was. “Ik ben zelf als twaalfjarige verbrand geraakt met een druipende tuinfakkel, aan mijn arm en been”, vertelt Laurent. “Als tiener ging ik altijd met een T-shirt zwemmen, omdat ik geen vragen wou over die lepra-arm. Nadien is dat omgeslagen en droeg ik opzettelijk mouwloze shirts”, lacht hij. “Ook Sira heeft brandwonden, die ze op volwassen leeftijd opliep toen ze in Afrika was en er een gasbusfles ontplofte. Toen we Otis’ handje en gezicht zagen wisten we meteen: wow, dit wordt stevig.”
Drukmasker
Otis lag alles samengeteld toch zo’n vier maanden in het Stuivenbergziekenhuis. “De eerste twee jaar hebben wij eigenlijk praktisch in het ziekenhuis gewoond. Otis heeft in totaal al tien operaties moeten ondergaan, waarvan de eerste kort na elkaar. Voor ons als ouders was het direct een serieuze relatietest, want we mochten niet samen in het ziekenhuis overnachten bij Otis, omdat de kamer te klein was. Dat vond ik moeilijk.”
Dat de brandwonden rondom zijn mond en aan zijn lippen zo mooi genezen zijn, komt omdat hij zijn drukmasker zo goed gedragen heeft. Zijn eerste levensjaren, in de crèche en in de kleuterschool, moest Otis een drukmasker op zijn gezicht en aan zijn hand dragen. “Kijk”, zegt Otis, als hij twee oude drukmaskers voor zijn handje uit de kast haalt. “Ze moesten geregeld een nieuwe maken, omdat mijn hand groeide. In het Brandwondencentrum in het Stuivenbergziekenhuis waren ze heel lief. Ik moest ook naar twee kinesisten die met een ‘olifant’ werkten. Dat was een soort stofzuigermond die op mijn lippen werd gezet om te zuigen.”
Omdat zijn ouders telkens met de tram Otis naar de dokter reden, kregen ze veel vragen. “Mensen bedoelen dat waarschijnlijk niet slecht, maar ze vroegen wat hij aan zijn mond had”, zegt Laurent. “Als wij dan antwoordden dat hij een brandwonde had, zeiden ze: ‘Je moet daarmee naar de dokter!’ Ja, wat denk je dat wij aan het doen zijn?, dacht ik dan. Of ook: ‘Er hangt nog confituur aan zijn mond’. Je staat versteld hoe vrijpostig sommige mensen zijn. Of hoe volwassenen kunnen blijven staren. Echt raar. Kinderen zijn op dat gebied veel meer rechtuit. Dat drukmasker zag er ook wel wat akelig uit. Je kan het vergelijken met dat van Hannibal Lecter. Otis was nog zo klein toen hij het moest dragen, dat hij het geregeld aftrok. Dan kregen wij onder onze voeten dat hij het niet genoeg gedragen had, maar zo eenvoudig is dat bij zo’n klein ventje niet.”
‘Frommelhand’
De meeste operaties onderging Otis aan zijn hand. “Mijn frommelhandje”, noemt hij het zelf, omdat zijn pink nog wat kromtrekt en het aan de binnenzijde gedeeltelijk nog een andere kleur heeft. Otis was eerst rechtshandig, maar miste fijne motoriek door het letsel, en werd linkshandig. “Ik weet nog hoe ze die huid telkens met een mesje afschraapten.”
Dat hij nu zo’n mondige, assertieve jongen is, dankt Otis wel aan zijn brandwonden. “Kinderen kunnen soms pesten. ‘Je hebt te veel choco gegeten zeker’, zeggen sommigen. ‘Ik ben verbrand’, antwoord ik dan. Maar eigenlijk ben ik niet veel gepest. Ik heb hele goeie vrienden in de klas. Als je zo’n grote beugel draagt voor je tanden, valt dat toch ook op? Waarom vragen ze daar dan niks over?”
“Kinderen kunnen soms pesten. ‘Je hebt te veel choco gegeten zeker’, zeggen sommigen. Maar eigenlijk ben ik niet veel gepest. Ik heb hele goeie vrienden in de klas.”
Otis Guiguilé-Pietsch
Dat er ook plezante dingen aan zijn, zegt Otis. Zoals: op uitstap gaan met Help Brandwonden Kids. “Dan mogen we naar Bobbejaanland of Walibi. Vorig jaar zijn we naar het Circuit in Zolder geweest en mocht ik in een Ferrari zitten. Dat was heel leuk.”
Zijn handcorrecties, waarbij huid van zijn buik en been werden getransplanteerd naar zijn hand, zijn al gebeurd. Maar omdat zijn gezicht nog hard gaat groeien, worden de aangezichtsoperaties uitgesteld. “Later als hij meerderjarig is, kan hij zelf beslissen of hij nog aan zijn mond geopereerd wil worden.” Otis denkt wel dat hij dat gaat laten doen. “Zeker als het met een laser is. Soms bloeden mijn lippen als ik mijn mond te ver opensper. Maar ik heb speciale balsem om daaraan te smeren.”
Of hij veel in de spiegel kijkt? “Ja, ik ben heel ijdel”, zegt Otis. “Ik ben niet heel erg met mode of kleren bezig, maar ik wil er wel goed uitzien. Zeker mijn haar”, zegt hij, terwijl hij zijn krullen naar achter strijkt.